Volgens Tessler is de vetconsumptie in Amerika in de laatste jaren dramatisch toegenomen en hiermee ook het overgewicht. Veel van het vet dat men consumeert is verzadigd vet met veel cholesterol dat bijdraagt aan hart- en vaatziektes, beroertes en kanker. Verzadigde vetten treft men voornamelijk aan in dierlijke producten (vlees, zuivel en eieren).
Tessler ageert ook tegen de geharde plantaardige vetten (bekend als transvetten). Ook deze vetten zijn zeer ongezond. Volgens Tessler dienen Amerikanen de totale hoeveelheid vet in hun voeding terug te brengen naar maximaal 15% plantaardig en ongehard vet. Dit betekent in de praktijk: veel plantaardige oliën.
Okee, nu wordt het spannend. Want ik raakte wel wat teleurgesteld in deze gerenommeerde voedingsdeskundige. Hij baseert zich hier in mijn ogen op een verschijnsel dat door de voedingsindustrie met veel geld in stand wordt gehouden: de cholesterolmythe. Ik ga hier nu niet uitgebreid op in. Wie hier meer over wil weten verwijs ik naar deze duidelijke filmpjes:
Dit is deel 1. Voor deel 2 klik hier.
Dus dat is jammer. Vast staat wel dat vet in verhouding veel calorieën bevat, maar aan de andere kant ook sneller verzadigd zodat je er minder van nodig hebt. Bovendien heeft een mens vet nodig om goed te kunnen functioneren.
Wat zegt de Bijbel hierover? Tessler meent dat God het eten van dierlijk vet niet geoorloofd is omdat het vet Hem toebehoort (zie Leviticus 3:17 en 7:23). Volgens Tessler begrijpen we nu waarom God dit verbood: het is ongezond, want het zijn de slechte vetten. Daarom werden deze door de Heer verboden.
Hmmm, daar moest ik eens even goed over nadenken en pakte een ander boek erbij, die van de kookdominee Han Wilmink: Bijbels Culinair. Volgens Wilmink heeft vet in de Bijbel juist iets positiefs, zoals beschreven in Jesaja 25:6: Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan: uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen. Merg én vet, dat klinkt allemaal wel erg dierlijk. Blijkbaar was het vet een lekkernij. Wilmink schrijft zelfs dat vet vlees juist favoriet was in Bijbelse tijden. Vooral de staart was erg geliefd en werd soms speciaal behandeld om hem zo vet mogelijk te krijgen. Hoe valt dit dan te rijmen met wat Tessler beweert? Ik lees in Leviticus 3:9: De vette delen van het dier moeten als offergave aan de HEER worden aangeboden: de bij het stuitbeen afgesneden staart in zijn geheel, het vet rond de buikholte en al het vet aan de ingewanden...
Als dit een offer voor de Heer is, waarom zou Hij dan genoegen nemen met troep? Een offer is toch pas een offer als het ook echt een offer is? Niet iets wat de mensen toch wel kwijt wilden, maar iets wat hen dierbaar was. En dat aan God geven is pas echt een offer, in mijn ogen. God wilde niet een dier dat kreupel of ziek was, maar gaaf (Deuteronomium 15:21). Zou de Heer dan wel "slecht vet" willen? Of wilde hij juist ook daarin iets dat gaaf en goed was, het vet? Vet dat het vlees juist smaak geeft en mals maakt?
Mijn conclusie na het lezen en overdenken is dat je niet kunt zeggen dat op grond van de door Tessler aangevoerde Bijbelteksten God het eten van dierlijk vet verbiedt. En ook niet dat dierlijke vetten een moordenaar zijn. Wetenschappelijke onderzoeken lijken deze theorie ook te bevestigen. Is het dan gezond om verzadigd vet te eten? Daar ga ik in een volgend blog verder op in.